Jaarverslag 2019

Jaarverslag

Paragrafen

Inleiding

Voor een goed inzicht in onze financiële positie is het van belang om inzicht te krijgen in de potentiële mee- en tegenvallers (risico’s) en in onze mogelijkheden om deze tegenvallers op te vangen (= de weerstandscapaciteit). Dit inzicht geeft een beeld van de robuustheid van onze financiële situatie. Naast het verkrijgen van inzicht in de financiële weerbaarheid proberen wij met het uitvoeren van risicomanagement een voortschrijdend en structureel inzicht te verkrijgen in de risico’s die we lopen bij het behalen van de doelstellingen van de organisatie.

Voor de beoordeling van ons weerstandsvermogen zijn twee elementen van belang:

  • de weerstandscapaciteit: de middelen en mogelijkheden waarover wij (kunnen) beschikken om niet-begrote, onvoorziene kosten (risico’s) te dekken;
  • de risico’s: risico’s van materiële betekenis waarvoor geen maatregelen, in de vorm van bijvoorbeeld een verzekering of voorziening, zijn getroffen.

Twee maal per jaar, bij de programmabegroting en bij de jaarstukken, actualiseren we onze risico's en beoordelen we in hoeverre ons weerstandsvermogen toereikend is. Dit doen we aan hand van de gestelde kaders uit de vastgestelde nota risicomanagement en weerstandsvermogen (2009). De beschikbare weerstandscapaciteit zoals deze blijkt uit deze jaarrekening zetten we af tegen de geactualiseerde en gekwantificeerde risico-inventarisatie per 1 februari 2020. Dit betekent dat in de risico-inventarisatie de risico's die samenhangen met de corona-crisis niet verwerkt zijn.

In deze paragraaf gaan wij achtereenvolgens in op de beschikbare weerstandscapaciteit en de wijze waarop deze is berekend, de benodigde weerstandscapaciteit en het risicoprofiel waarop dit is gebaseerd en de relatie tussen de benodigde en de beschikbare weerstandscapaciteit. Tot slot gaan we in op een aantal financiële kengetallen.

Beschikbare weerstandscapaciteit
Tot de weerstandscapaciteit van de gemeente worden gerekend:
• De algemene reserves
• De onbenutte belastingcapaciteit OZB
• De begrotingsruimte

Algemene reserves
Onder onze algemene reserves verstaan we de algemene reserve en de reserve Grondbedrijf. Daarnaast rekenen we ook de reserve Sociaal Domein mee voor de weerstandscapaciteit, omdat die reserve een buffer vormt voor de risico's van de transities in het sociaal domein. De boekwaarde van de algemene reserve per 31 december 2019 bedraagt € 6,7 miljoen, de omvang van de reserve grondbedrijf € 22,8 miljoen en de omvang van de reserve Sociaal Domein € 3,2 miljoen.

De onbenutte belastingcapaciteit OZB
De onbenutte belastingcapaciteit is de extra ruimte die we hebben om de belastinginkomsten te maximaliseren. In de nota risicomanagement en weerstandsvermogen is vastgelegd dat we hiervoor de ruimte hanteren die er is ten opzichte van de artikel 12 normen voor een redelijk belastingpeil. Deze berekening wordt ook door veel andere gemeenten gehanteerd.
De norm (redelijk peil OZB voor 2019), zoals vastgesteld in de meicirculaire 2018, bedraagt voor het jaar 2018 0,1905% van de totale WOZ waarde. Toepassing van deze norm op de totale WOZ-waarde van Nieuwegein leidt tot een bedrag van ruim € 16,1 miljoen. Dit betekent dat er geen onbenutte belastingcapaciteit OZB is. De relatief hoge inkomsten uit OZB mede veroorzaakt door het relatief hoge tarief dat wij hanteren voor niet-woningen. Dit werkt door in de totale inkomsten. Voor de riool en afvalstoffenheffing geldt dat sprake is van een vrijwel kostendekkende tarieven (zie paragraaf lokale heffingen). Dit betekent dat er geen sprake is van onbenutte belastingcapaciteit.

Begrotingsruimte
Bij de berekening van de weerstandscapaciteit hebben wij geen rekening gehouden met begrotingsruimte.

Beschikbare weerstandscapaciteit

Op grond van bovengenoemde uitgangspunten kan de beschikbare weerstandscapaciteit als volgt worden weergegeven:

Beschikbare weerstandscapaciteit (bedragen * € 1.000)

stand per 31-12-2019

Algemene reserve

€ 6.738

Onbenutte belastingcapaciteit

-

Reserve grondbedrijf

€ 22.753

Reserve sociaal domein

€ 3.156

Totale beschikbare weerstandscapaciteit

€ 32.647

Nb, deze weerstandscapaciteit is berekend aan de hand van de gegevens uit de jaarrekening, de voorgestelde resultaatbestemming is hier niet in verwerkt.

Benodigde weerstandscapaciteit
Om het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen moet de beschikbare weerstandscapaciteit afgezet worden tegen de risico's.

Voor deze jaarrekening zijn de risico's per 1 februari 2020 in kaart gebracht. In het voorjaar van 2020 zijn we in ons land geconfronteerd met het corona virus. Dat heeft onder andere gevolgen voor de ontwikkeling van de financiële positie van onze gemeente in 2020. Op het moment van het samenstellen van de jaarrekening 2019 was nog onvoldoende in beeld welke effecten dit precies kunnen zijn. Naar alle waarschijnlijk zullen de risico's en financiële gevolgen van deze crisis een negatief effect hebben op de netto schuldquote, de solvabiliteit en het weerstandsvermogen. In de P&C producten die in 2020 verschijnen zullen wij hier een meer actueel beeld over geven.

Het totale ingeschatte maximale gevolg op basis van kansberekening van alle geïnventariseerde risico's begin februari 2020 bedraagt afgerond € 44 mln. Door de maximale gevolgen van de individuele risico's bij elkaar op te tellen ontstaat een te negatief oordeel over het weerstandsvermogen. Het is immers vrijwel zeker dat niet alle risico’s zich tegelijkertijd voor zullen doen. Daarnaast zal niet ieder risico zich daadwerkelijk in de maximale omvang voordoen. Om deze overschatting van risico's te voorkomen is gebruik gemaakt van risicosimulatie (de Monte Carlo methode). In de nota risicomanagement en weerstandsvermogen is vastgesteld dat voor de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit wordt uitgegaan van een risicosimulatie waarbij een zekerheidspercentage van 90% wordt gehanteerd. Uit de uitgevoerde risicosimulatie volgt dat met 90% zekerheid een bedrag van € 7,9 miljoen voldoende is om alle risico's van de gemeente te kunnen afdekken (de benodigde weerstandscapaciteit).

Er zijn gemeentebreed vele risico's in beeld. Dit betreft niet alleen financiële risico's, maar ook bijvoorbeeld juridische, personele en imagorisico's. In onderstaande tabel presenteren wij alleen de belangrijkste financiële risico's voor wat betreft kans en gevolg. In de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit zijn uiteraard alle financiële risico's meegenomen. Zoals opgemerkt wordt de totale omvang van de benodigde weerstandscapaciteit berekend op basis van kansberekening, terwijl in het hieronder opgenomen staatje de maximale omvang van individuele risico's is opgenomen. Een vergelijking van deze bedragen is derhalve niet relevant.

Onderstaand overzicht omvat zowel structurele risico’s als incidentele risico's. Om deze bedragen vergelijkbaar te maken, hebben wij voor de structurele risico's als uitgangspunt genomen dat deze binnen een termijn van vier jaar (een collegeperiode) zijn opgelost c.q. dat er binnen die termijn alternatieve dekkingsmiddelen zijn gevonden om de gevolgen op te vangen. In de berekening hebben wij daartoe de omvang van het jaarrisico vermenigvuldigd met de factor 4.

Belangrijkste financiële risico's

Risico

Kans

Maximaal financieel gevolg

Risico's grondexploitatie

divers

€ 18,8 mln

Meer vraag naar jeugdhulp dan dat er budget beschikbaar is

25%

€ 4,0 mln

Algemene Uitkering gemeentefonds valt lager uit dan begroot

50%

€ 1,0 mln

Toename (organisatie)kosten WIL

90%

€ 0,7 mln

Risico's parkeren

20%

€ 3,0 mln

onzekere ontwikkelingen macrobudget BUIG en BBZ

80%

€ 0,6 mln

* dit betreft de uitkomsten van de afzonderlijk voor deze exploitaties uitgevoerde analyse en de daarop toegepaste risico-simulatie naar de stand van 1 februari 2019.

Belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de begroting 2019:
Ten opzichte van de begroting 2019 hebben zich een aantal wijzigingen voorgedaan:

  • Het maximale financiële gevolg van de risico's van de grondexploitaties is toegenomen. Dit wordt o.a. veroorzaakt door de Grex City.
  • Het risico van schommelingen in de algemene uitkering is als risico toegevoegd. Afgelopen jaar hebben de schommelingen in de omvang van de Algemene Uitkering tot veel onzekerheden geleid. We verwachten dat deze onzekerheid zich komende tijd blijft voordoen, mede in het licht van de herijking van de verdeelsystematiek.  
  • We verwachten dat een aantal ontwikkelingen bij WIL zullen leiden tot een kostenverhoging. Omdat de kans dat dit risico optreedt hoger wordt ingeschat, is deze toegevoegd aan de belangrijkste risico's. Dit risico wordt veroorzaakt door de uitvoering van de Innovatieagenda WIL-gemeenten 2019-2020, het re-integratiebudget dat een lokaal karakter krijgt i.p.v. dat WIL dit naar eigen inzicht kan inzetten en een toename van het klantenvolume door de maatregelen in de Participatiewet en in de samenleving.

Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit
De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit, kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt de ratio voor het weerstandsvermogen.

Beschikbare weerstandscapaciteit:

€ 32,6 mln

---------------

= Ratio weerstandsvermogen:

4,1

Benodigde weerstandscapaciteit:

€ 7,9 mln

De verhouding tussen de benodigde weerstandscapaciteit, gebaseerd op  de risico-inventarisatie en de beschikbare weerstandscapaciteit, gebaseerd op de omvang van onze reserves, is meer dan ruim voldoende. Deze is iets lager dan in de begroting, door een lagere beschikbare weerstandscapaciteit.  

Financiële kengetallen

Sinds 2015 is in het Besluit Begroting en Verantwoording vastgelegd dat over een aantal financiële kengetallen moet worden gerapporteerd. Deze kengetallen zijn bedoeld om inzicht te geven in de financiële weer- en wendbaarheid van de gemeente. Hiermee krijgt de raad gemakkelijker inzicht in de financiële positie van de gemeente en in de baten en lasten. Deze kengetallen vormen een verbinding tussen de verschillende aspecten die de raad in de beoordeling van de financiële positie kan betrekken om daar een verantwoord oordeel over te kunnen geven. De kengetallen leveren daarmee ook een bijdrage aan de kaderstellende en controlerende rol.
Hieronder presenteren wij de kengetallen van Nieuwegein over rekening 2018, begroting 2019 en
jaarrekening 2019.

 

jaarrekening 2018

begroting 2019

jaarrekening 2019

netto schuldquote

86

87

63

netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

83

84

69

solvabiliteitsratio

35%

31%

29%

structurele exploitatieruimte

-1,23

6,38

2,62

kengetal grondexploitatie

2,3

1,7

0,9

belastingcapaciteit 

85%

91%

88%

Uit bovenstaande tabel blijkt dat de financiële kengetallen over het algemeen een dalend beeld laten zien. Hieronder lichten wij de kengetallen toe.

Netto schuldquote:
De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen (baten). Het geeft hiermee een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Onze netto schuldquote laat een daling zien. Dit wordt veroorzaakt door een daling van de vaste schulden. Onze schuldenlast is over 2019 afgenomen. De verwachting is dat de komende jaren onze schuldquote toe zal gaan nemen, als gevolg van de geplande investeringen (o.a. huisvesting onderwijs).
Ter duiding van het kengetal geeft de VNG aan dat een kengetal boven de 100 een aanleiding voor alertheid is.

Netto schuldquote min verstrekte leningen:
Zie de definitie hierboven, met de correctie voor doorgeleende bedragen (kapitaalverstrekkingen aan verbonden partijen). Dit kengetal is eveneens afgenomen, door de daling van de vaste schulden. Ook dit kengetal zal de komende periode toe gaan nemen, als gevolg van de geplande investeringen.

Solvabiliteit:
Onder de solvabiliteitsratio wordt het eigen vermogen als percentage van het totale
vermogen verstaan. Als signaalwaarde voor de solvabiliteitsratio geldt een percentage van 20%. Nieuwegein zit daar boven. Ten opzichte van de begroting 2019 is de solvabiliteit iets afgenomen en ten opzichte van de jaarrekening 2018 met 6%. Dit wordt veroorzaakt doordat het eigen vermogen is gedaald, omdat onttrekkingen zijn gedaan uit verschillende reserves (algemene reserve, reserve grondbedrijf (t.b.v. grex City), reserve sociaal domein).

Structurele exploitatieruimte:
Dit kengetal is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te dragen. Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is, doordat wordt gekeken naar de structurele baten en structurele lasten en deze worden vergeleken met de totale baten.
Een positief getal betekent dat incidentele lasten deels uit structurele middelen worden gedekt en dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder de rente en aflossing van een lening) te dekken. Een negatief getal betekent dat structurele lasten deels uit incidentele baten worden gedekt.
De structurele exploitatieruimte is ten opzichte van de jaarrekening 2018 en begroting 2019 afgenomen. Dit wordt veroorzaakt doordat er in 2019 sprake van meer incidentele lasten dan begroot. De hogere incidentele lasten hadden onder andere betrekking op pensioenlasten voor wethouders, de voorziening voor de binnenstad en een extra onttrekking aan de reserve sociaal domein (zie ook paragraaf 4.8).

Grondexploitatie:
Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. Ten opzichte van het voorgaande jaar is sprake van een daling van dit kengetal.De voorraden zijn afgenomen. Dit wordt mede veroorzaakt door een wijziging in het BBV (zie paragraaf 4.4.1.2.1).

Belastingcapaciteit:
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. Het kengetal belastingcapaciteit vergelijkt de woonlasten (OZB, rioolheffing, afvalstoffenheffing) van een gemiddeld gezin in Nieuwegein met landelijke cijfers. Onze woonlasten liggen op 88% van het landelijk gemiddelde. Dit is in lijn met voorgaande jaren. Het percentage is iets lager dan in de begroting, dit komt doordat de landelijk gemiddelde woonlasten iets zijn toegenomen tussen peiljaar 2018 en 2019.