Jaarverslag 2019

Jaarverslag

Paragrafen

Algemeen
In deze paragraaf gaan wij in op de uitvoering van de gemeentelijke treasuryfunctie. Deze vindt plaats binnen de kaders die gesteld zijn in de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) en de Regeling Uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo). In de Wet Fido staat risicobeheersing en transparantie centraal. Risicobeheersing richt zich op renterisico's, kredietrisico's en valutarisico's. De transparantie komt tot uitdrukking in de voorschriften voor een verplicht financieringsstatuut en een financieringsparagraaf in de begroting en in de jaarrekening. De Ruddo beperkt zich tot regelgeving omtrent het uitzetten van gelden.
In deze paragraaf geven wij inzicht in de rentelasten, het renteresultaat, de financieringsbehoefte en de wijze waarop rente aan investeringen, grondexploitaties en taakvelden wordt toegerekend.

Ontwikkelingen
De schuldpositie van de gemeente was in een aantal jaren tijd snel opgelopen, als gevolg van de vele investeringen die in die fase zijn gepleegd, tot uiteindelijk € 180 miljoen begin 2014. Sindsdien is het, met wat schommelingen, teruggelopen tot € 127 miljoen. Het tempo van de daling in de jaren 2015-2016 lag echter aanmerkelijk hoger dan verwacht, met name door de snelheid van grondverkopen in het Klooster, zodat er sinds mei 2016 een (tijdelijk) liquiditeitsoverschot is ontstaan. Dit financieringsoverschot neemt af en zal in 2020 volledig verdwijnen. Tot dan toe worden deze overtollige middelen bij het rijk gestald. Daarbij hebben we voldaan aan de limiet voor het schatkistbankieren (dat niet meer dan gemiddeld 0,75% van het begrotingstotaal buiten de schatkist gehouden mag worden).

In 2019 is een positieve cashflow ontstaan van € 11 miljoen, zodat de netto schuldpositie evenredig verminderd is met dit bedrag.
Deze cashflow is vooral ontstaan bij het Grondbedrijf, daar is per saldo in 2019 een positieve cashflow ontstaan van € 22,4 miljoen. De uitgaven  bedroegen in totaal € 5,5 miljoen, met name door het Klooster (€ 2,4 miljoen) en City (€ 1,8 miljoen). Maar daar tegenover stonden opbrengsten grondverkopen van in totaal € 29,9 miljoen, vooral door het Klooster (€ 27,2 miljoen) en daarnaast City en Mooi-Rijnhuizen (beide € 1,1 miljoen).
Tegenover de positieve cashflow van het grondbedrijf stond een negatieve cashflow van € 11,4 miljoen elders.

Het financieringsoverschot is het afgelopen jaar weer verder afgenomen maar minder snel dan verwacht. Weliswaar is weer een tweetal langlopende aangetrokken leningen van in totaal € 15 miljoen afgelost en daarnaast € 1,2 miljoen meer uitgezet  aan startersleningen maar het effect hiervan is deels teniet gedaan door de hierboven genoemde positieve cashflow van € 11 miljoen. Daardoor is het financieringsoverschot in 2019 uiteindelijk met € 5,2 miljoen gedaald naar € 6,7 miljoen.

Leningenportefeuille
De omvang van de portefeuille is dit jaar afgenomen met per saldo € 11 miljoen.
De portefeuille telt op 31 december 2019:

  • Opgenomen langlopende geldleningen met een totale omvang van € 138,5 miljoen;
  • Een opgenomen kasgeldlening van € 6 miljoen.
  • Uitgezette langlopende geldleningen met een totale omvang van € 4,7 miljoen;
  • Deze bestaan voornamelijk uit startersleningen (€ 4,4 miljoen) en daarnaast leningen aan deelnemingen en maatschappelijke organisaties;
  • positieve saldi in rekening-courant bij de bank en de staat van in totaal € 12,7 miljoen.
  • De portefeuille bevat geen derivaten.

Onderstaande tabel toont het verloop in de portefeuilleomvang vanaf ultimo 2014 (x € 1.000) :

Portefeuille-omvang

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Opgenomen gelden (O/G)

Gelden < 1 jaar

0

-5.000

0

0

0

-6.000

Gelden > 1 jaar

-172.500

-172.500

-161.500

-158.500

-153.500

-138.500

Totaal aangetrokken

-172.500

-177.500

-161.500

-158.500

-153.500

-144.500

mutatie in portefeuille O/G

-7.000

+5.000

-16.000

-3.000

-5.000

-9.000

Uitgezette gelden (U/G)

totaal (lang) belegd

3.116

3.438

4.113

3.908

3.490

4.725

mutatie in portefeuille U/G

2.328

322

675

-205

-418

1.235

Saldi in rekening-courant

2.996

5.808

15.593

26.173

11.876

12.675

Totaal portefeuille

-166.388

-168.254

-141.794

-128.419

-138.134

-127.100

Mutatie in portefeuille totaal

13.656

-1.865

26.460

13.374

-9.715

-11.034

Schuldpositie
In bovenstaande tabel is te zien dat de schuldpositie, met wat schommelingen, gestaag is afgenomen, met name als gevolg van de snelle verkopen van gronden. Ook voor 2019 was dat vooral de reden van de verdere afname van de schuldpositie met ruim € 11 miljoen. Met de nu nieuw geplande investeringen voor onder andere huisvesting onderwijs zal de schuldpositie de komende jaren echter weer toenemen.

Overigens noemt de VNG als kritieke grens voor de schuldpositie een percentage van 130 (van het begrotingstotaal), voor Nieuwegein zou de grens dan op bijna € 250 miljoen uitkomen.

In onderstaande grafiek wordt een overzicht gegeven van de ontwikkeling van de schuldpositie in de afgelopen jaren.

Portefeuilleresultaat
Het portefeuilleresultaat is negatief omdat er meer is aangetrokken dan uitgezet. Met € 4,5 miljoen is het vrijwel gelijk aan het (gewijzigde) begrote resultaat. Het negatieve portefeuilleresultaat is ten opzichte van vorig jaar met € 0,4 miljoen afgenomen, omdat een tweetal in 2019 afgeloste langlopende leningen niet meer geherfinancierd zijn. Mede daardoor is het gemiddelde rentepercentage over alle leningen gezamenlijk over het gehele jaar wat verder gedaald, van 3,23% naar 3,13%.

In de onderstaande tabel worden de portefeuilleresultaten van de afgelopen jaren aangegeven ( x € 1.000)

Renteresultaat portefeuille

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Opgenomen gelden (O/G)

rente kortlopende geldleningen

-18

26

18

2

0

5

rente langlopende geldleningen

-6.113

-6.109

-5.614

-5.162

-4.964

-4.594

totaal rente-uitgaven

-6.131

-6.083

-5.596

-5.160

-4.964

-4.589

kosten portefeuille O/G

3,35%

3,40%

3,31%

3,24%

3,23%

3,13%

uitgezette gelden (U/G)

rente kortlopende leningen

13

6

13

6

7

9

rente langlopende leningen

117

122

143

135

99

96

totaal rente-inkomsten

130

128

156

141

106

106

Gesaldeerd totaal

portefeuilleresultaat

-6.001

- 5.954

-5.440

-5.019

-4.858

-4.483

Financieringsbehoefte
Door het tijdelijke liquiditeitsoverschot  zijn er de laatste jaren geen nieuwe leningen meer aangetrokken. We hadden verwacht dat dit overschot al gedurende 2019 zou zijn verdwenen maar door enerzijds een vertraging in de investeringen en anderzijds de meevallende opbrengsten van grondverkopen zal dit pas in 2020 gebeuren. De komende paar jaar vervalt echter een groot deel van de portefeuille aangetrokken langlopende geldleningen, wat zal moeten worden geherfinancierd.

Rentetoerekening
Met ingang van 2018 is de BBV-Notitie rente 2017 in werking getreden. Doelstelling van deze notitie is het bevorderen van een eenduidige handelwijze met betrekking tot rente door gemeenten (harmonisering), stimuleren dat gemeenten de (verwachte) werkelijke rentelasten opnemen in de begroting en de jaarstukken en het eenduidig inzichtelijk maken van de wijze waarop de gemeenten met rente zijn omgegaan (transparantie). Vanwege het verlangde inzicht, de eenvoud en transparantie adviseert de Commissie BBV om een rentevergoeding over het eigen vermogen (bespaarde rente) niet meer toe te passen.

De werkelijke rentelasten worden toegerekend aan de taakvelden door middel van de omslagrente. Deze omslagrente wordt berekend door de werkelijke rentelasten te delen door de boekwaarde  per 1 januari van de vaste activa die integraal zijn gefinancierd. Het bij de begroting (voor)gecalculeerde omslagrentepercentage mag binnen een marge van 0,5% worden afgerond. Het werkelijke omslagrentepercentage mag met niet meer dan een kwart afwijken van het begrote percentage, anders dient de omslagrente te worden herberekend bij de jaarrekening.

Omdat met ingang van 2018 geen rente meer wordt berekend over de eigen financieringsmiddelen is sinds 2018  het begrote omslagrentepercentage verlaagd van 3,5% naar 2%. De gemeente heeft in 2019 daadwerkelijk gemiddeld 3,13% rente betaald over de aangetrokken geldleningen. Als deze betaalde rente wordt afgezet tegen de totale boekwaarde van de vaste activa (die dus ook deels gefinancierd is uit eigen middelen) komt het omslagrentepercentage in 2019 na afronding wederom uit op 2%.

In Nieuwegein hanteren we alleen totaalfinanciering, we maken géén gebruik van projectfinanciering (waarbij voor specifieke projecten expliciet financiering wordt aangetrokken en  de rente daarvan rechtstreeks wordt toegerekend aan het betreffende project). Er wordt geen rente toegerekend aan voorzieningen en reserves.

Onderstaand het renteschema 2019 zoals door de commissie BBV is aanbevolen:
(bedragen x € 1.000)

de externe rentelasten over de korte en lange financiering

   4.589

de externe rentebaten over de korte en lange financiering

      106

saldo rentelasten en -baten

   4.483

rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend

-/-

 374

aan taakvelden toe te rekenen externe rente

4.109

de aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag)

4.737

f. renteresultaat op het taakveld treasury

    629

Deze nieuwe wijze van rente toerekenen heeft ervoor gezorgd dat het treasuryresultaat alleen nog maar het afrondingsverschil laat zien (het resultaat tussen het begroot en werkelijk renteomslagpercentage), terwijl in 2017 en eerdere jaren het treasuryresultaat nog enkele miljoenen bedroeg. Maar daar staat uiteraard tegenover dat sinds 2018 de doorberekende kapitaallasten aan investeringen ook met enkele miljoenen zijn verlaagd, door de verlaging van de interne rekenrente van 3,5% naar 2%. Dit percentage is een afronding, uiteindelijk is het werkelijke omslagpercentage voor 2019 uitgekomen op 1,73%.

Risicoprofiel

Renterisico
Onder renterisico wordt verstaan de mate waarin het saldo van de rentelasten en de rentebaten verandert als gevolg van wijzigingen in het rentepercentage op leningen en uitzettingen.
Ter beheersing van het renterisico op kortlopende schulden is in de Wet Fido de kasgeldlimiet ingesteld. Deze moet voorkomen dat gemeenten teveel kort geld lenen waardoor bij een sterke stijging van de rente de rentelasten ineens explosief zouden toenemen. Omdat we vrijwel geen kortlopende schulden hadden in 2019 is uiteraard deze limiet ook niet overschreden.

Ter beheersing van het renterisico op langlopende schulden is in de wet Fido de renterisiconorm opgenomen. Deze norm beoogt een zodanige opbouw van de leningenportefeuille dat het renterisico als gevolg van renteaanpassing en herfinanciering van leningen wordt beperkt. Volgens deze norm mag de te herfinancieren schuld in enig jaar niet meer bedragen dan 20% van het begrotingstotaal, zodat voor Nieuwegein voor 2019 de norm € 38,9 miljoen bedraagt. Vanwege het overschot is er echter geen sprake van herfinanciering, zodat uiteraard de norm niet overschreden is.

Kredietrisico
De omvang van de portefeuille beleggingen van de gemeente Nieuwegein is gering, van eerdere jaren resteert nog slechts een drietal kleinere langlopende beleggingen, één bij een verbonden partij en twee uit het oogpunt van maatschappelijk belang. De risico´s op deze beleggingen zijn beperkt. Daarnaast staat er ultimo 2019 bijna € 4,4 miljoen aan startersleningen uit. De hoofdsommen hiervan zijn afgedekt via de Nationale Hypotheek Garantie.

Als gevolg van het verplichte schatkistbankieren mogen overtollige middelen verder uitsluitend bij het rijk of bij andere lagere overheden worden uitgezet. Dat betekent dat ook in de toekomst eventuele kredietrisico’s beperkt zullen zijn. De enige uitzondering is nog gemaakt voor uitzettingen ingevolge de publieke taak.